Rotterdam paddenstoelmeter

In de regio Rotterdam meten burgers bij wijze van pilot de luchtkwaliteit. In het project werken overheden, bedrijfsleven en burgers samen. Vanaf april meten 15 burgers zelf de luchtkwaliteit in een proefperiode van drie maanden. Met de ervaringen die dan opgedaan zijn streeft het project daarna naar opschaling naar meer dan 100 burgers.

Gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en DCMR worden in toenemende mate geconfronteerd met vragen van burgers die zelf luchtkwaliteit willen gaan meten of daar al mee bezig zijn. Overheden willen op deze ontwikkelingen inspelen en de kansen die het biedt verzilveren. Denk daarbij aan het verbeteren van de dialoog met de burger en het vergroten van bewustwording en handelingsperspectief.

De handen ineen

Daarom start de regio Rotterdam met een pilot waarin burgers zelf de luchtkwaliteit gaan meten. Naast gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en DCMR  werken Comon Invent, de Hogeschool van Rotterdam en het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) aan de pilot mee. SPPS Consultants BV coördineert het project.

RIVM werkt aan het ontwerpen, maken en testen van 12 prototype sensorkits voor de proefperiode. Het gekozen ontwerp voor de behuizing lijkt op een paddenstoel. Binnenin bevinden zich sensoren voor stikstofdioxide en fijn stof. Ook is er ruimte voor aanvullende stoffen en bijvoorbeeld geluid. Het 3d printen van de behuizingen blijkt geen sinecure, maar de eerste exemplaren zijn er. De sensordata worden doorgegeven aan een database van het RIVM en zijn straks bijna real time te volgen op een kaart.

Comon Invent, een bedrijf dat netwerken van elektronische neuzen aanbiedt, bouwt voor de proefperiode sensoren in drie van haar bestaande behuizingen in. Voordat de burgers de sensoren gaan inzetten, vergelijkt DCMR ze in haar meetnet met referentiemetingen. De Hogeschool van Rotterdam werkt ondertussen aan het verbeteren van het ontwerp van de behuizing en onderzoekt de mogelijkheid om ze op grote schaal te laten maken.

Eerst uitproberen, dan opschalen

Half april starten 15 burgers met meten. De metingen duren drie maanden. In deze periode verwachten we veel te leren. Op technisch vlak gaat het om vragen als: hoe werken de sensoren, behuizing en datacommunicatie? Op sociaal vlak komen we over de behoeften van de deelnemende burgers en de rollen van overheden, bedrijven en burgers meer te weten. De ervaringen uit deze proefperiode worden gebruikt om het project vanaf september op te schalen. In de tweede fase streven we naar een sensornetwerk waarin ongeveer 150 burgers uit Rotterdam en omstreken meedoen.