Je kunt zelf vervuilende stoffen meten in de lucht of het water.  Ook kun je zelf geluidniveau’s meten. Maar welke stoffen kun je meten en hoe doe je dit? 

Het programma Samen Meten ondersteunt metingen die je zelf goed kunt doen. En waarvan we precies kunnen achterhalen hoe ze worden gedaan. Het moet bijvoorbeeld duidelijk zijn welke sensoren worden gebruikt en welke software. Ook is het belangrijk dat de data openbaar zijn en voor iedereen beschikbaar zijn. Hoe meer mensen op dezelfde manier meten, hoe beter dat is voor Samen Meten. Dan kunnen we de data goed vergelijken en de kwaliteit en toepassingsmogelijkheden ervan onderzoeken.  

Er zijn verschillende bronnen van vervuiling. Helaas is niet alles geschikt of relevant om zelf te meten. Op Samen Voor Zuivere Lucht lees je meer over moeilijk meetbare stoffen. 

Hoe meet ik stoffen in de lucht 

De belangrijkste stoffen die je zelf kunt meten, zijn fijnstof, stikstofdioxide (NO2) en ammoniak (NH3). Burgerwetenschappers meten vooral fijnstof Zij doen dit met sensoren. Lees meer over hoe je zelf de luchtkwaliteit kunt meten

Hoe kan ik de waterkwaliteit meten?

Bij water gebruiken we  een sensor die continu meet hoe goed het water de elektriciteit geleid en de temperatuur meet. Zuiver water geleid namelijk geen elektriciteit, wel als er stoffen in zitten zoals zout. Zo ontstaat een maat voor de hoeveelheid stoffen die erin zitten en kun je veranderingen daarin volgen. Als je wilt weten welke stoffen er precies in het water zitten, kan dat met een laboratoriumanalyse bepaald worden.  

Hoe meet ik hoe hard het geluid is? 

Ook geluid kun je zelf meten. Met een zelfgebouwde geluidmeter kun je het  aantal decibels meten.  Een geluidmeter bestaat meestal  uit een microfoon en een microcontroller. 

Meetgegevens delen op Dataportaal

De meetgegevens kun je delen op ons Dataportaal. Ook kun je deze gegevens ophalen om zelf onderzoek mee te doen.