no2

Stikstofdioxide (NO2)

Inleiding

Stikstofdioxide (NO2) is een gas dat in Nederland voor een groot gedeelte door het autoverkeer wordt geproduceerd. Het is daarom een belangrijke indicator voor de luchtverontreiniging door verkeer. Langs grote wegen komen hoge concentraties voor die over een afstand van enkele kilometers afnemen tot lage concentraties. Stikstofdioxide draagt bij aan smog.

Gezondheidseffecten

Wanneer mensen stikstofdioxide inademen, kan dit leiden tot longirritatie, verminderde weerstand, en infecties van de luchtwegen. Chronische blootstelling aan huidige niveaus van stikstofdioxide leidt tot een gemiddelde levensduurverkorting van 4 maanden. Er was al langere tijd bekend dat fijn stof leidt tot vroegere sterfte. Uit onderzoek [1] van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en het IRAS blijkt dat blootstelling aan stikstofdioxide de levensverwachting met nog eens circa 4 maanden extra kan verkorten.

Typische concentraties

Het Compendium voor de Leefomgeving (2017) geeft informatie over concentraties van stikstofdioxide in de afgelopen jaren in Nederland. Actuele meetwaarden staan op de website luchtmeetnet.nl.

Wettelijke grenswaarden

Er is een jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m3 die niet mag worden overschreden en er is een uurgemiddelde grenswaarde van 200 µg/m3 die niet meer dan 18 keer per jaar mag worden overschreden. De uurgemiddelde  grenswaarde wordt in Nederland al jaren niet meer overschreden. In drukke stedelijke straten en langs het hoofdwegennet kunnen jaargemiddelde concentraties oplopen tot boven de 40 µg/m3.

Meten van stikstofdioxide

Binnen het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit wordt NO2 gemeten met zogenaamde chemoluminiscentie. Dit is een methode waarbij de hoeveelheid licht van een aangeslagen molecuul (in dit geval NO2) proportioneel is voor de concentratie in de lucht.

Eisen voor het meten van stikstofdioxide

De benodigde gevoeligheid van een sensor of meetapparaat wordt bepaald door de gemiddelde concentraties van een stof en de variaties daarin per uur of dag. De gemiddelde uurconcentraties voor stikstofdioxide bedragen in Nederland circa 10-25 µg/m3 (circa 5-13 ppb). Per uur kunnen de concentraties tussen circa 5 en 15 µg/m3 (circa 2,5 en 8 ppb) variëren.

Om de  gemiddelde concentratie per uur te meten moet een sensor of meetapparaat verschillen van minimaal ±20 µg/m3 (10 ppb) en liefst ±10 µg/m3 (5 ppb) kunnen meten. Oftewel; bij een concentratie in de buitenlucht van 10 µg/m3 (5 ppb) moet de sensor ergens tussen 0 en 20 µg/m3 (10 ppb) aangeven en bij een concentratie van 50 µg/m3 (26 ppb) ergens tussen 35 en 65 µg/m3 (18 en 34 ppb). Nauwkeuriger meten is uiteraard nog beter.

Wanneer over een langere periode, zoals enkele weken, een gemiddelde concentratie wordt berekend, is het voor een zinvolle meting nodig dat de onzekerheid niet boven de ±10 µg/m3 (5 ppb) komt. Met een relatief simpele sensor zoals de Palmesbuisjes is dat in de praktijk haalbaar.

Bron foto: Beeldbank RIVM.